Gangmakers
In Nederland worden veel huizen en bedrijven gebouwd en wegen aangelegd. Hierdoor wordt veel bodemleven kapot gemaakt. Na de bouwfase volgt de aanleg van een tuin. Het broodnodige bodemleven wordt daarbij nog wel eens vergeten, met als gevolg dat er bodemproblemen ontstaan. Om een vruchtbare grond te krijgen met natuurlijke veerkracht is een goed bodemleven noodzakelijk. 60 % van het bodemleven bestaat uit regenwormen. Regenwormen zijn letterlijk en figuurlijk de gangmakers voor het zo nodige bodemleven.
Hoe werken regenwormen?
De gangetjes die regenwormen graven maken vaste grond los, zodat lucht, water en grond weer in evenwicht gebracht worden. Regenwormen zorgen voor een betere structuur van de grond, meer zuurstof en een betere drainering. Regenwormen zetten dood organisch materiaal om in vruchtbare grond. Doordat regenwormen gangen graven en daarbij organisch materiaal mee de grond innemen, zorgen ze voor een betere structuur, meer zuurstof en een betere waterafvoer. Al na enkele weken is het resultaat zichtbaar en komt de oorspronkelijk kruimelige structuur van de bodem weer terug. Daardoor krijgt de grond haar natuurlijke veerkracht weer terug. Een bodem met wormengangen die wel tot een diepte van drie meter kunnen gaan heeft een perfecte water aan- en afvoer. De planten kunnen de gangen gebruiken voor hun nieuwe wortels en hierdoor een prachtig sterk wortelgestel krijgen.
In Nederland hebben we te maken met diverse grondsoorten zoals: kleigrond, zandgrond, veengrond, löss, leem en combinaties daarvan zoals bijvoorbeeld zavelgrond. Daarom heeft GreenGuard een combinatie samengesteld van de beste wormsoorten voor een goede bodem.
Voortplanting
Regenwormen vestigen zich in de “nieuwe” bodem en herstellen het natuurlijke evenwicht. De regenwormen die uitgezet worden, zijn jong volwassen wormen en ze vermeerderen zich door te paren en eitjes te leggen. Wormeneitjes kunnen wel 3 mm groot zijn. De eerste jonge regenwormen kunt u aantreffen na 6 tot 8 weken na het uitzetten van de volwassen regenwormen. Overbevolking op termijn door wormen is niet mogelijk. Regenwormen sterven op een natuurlijke manier en jonge wormen nemen hun plaats weer in, zoals dat in de biologische kringloop gaat.